In “De acht bergen” komen net zoals in “Het geluk van de wolf” en “Zonder de top te bereiken”, twee belangrijke thema’s naar voren: de bergen, en het verlangen om het roer om te gooien en een nieuw leven te starten. Met “De acht bergen” brak Cognetti internationaal door en won hij in 2017 de Premio Strega, de meest prestigieuze literatuurprijs in Italië.
Je volgt hoofdpersoon Pietro, geboren in Milaan en een echte stadsjongen, die zijn ouders liefde voor de bergen nog niet deelt. Vanaf het moment dat het gezin de zomers in Val d’Aosta gaan doorbrengen, leef je met Pietro mee in zijn ontdekking van de natuur. De acht bergen is een prachtig boek over de relatie met de natuur en de relaties tussen mensen, die ingewikkeld, maar realistisch in elkaar zitten. Het proloog was wat langdradig en moeilijk volgbaar omdat je de leeftijd en het geslacht van het hoofdpersoon niet direct weet, maar het eerste hoofdstuk is intrigerend, leest snel weg en doet verlangen naar meer. Met zijn prachtige, omschrijvende schrijfwijze, neemt Cognetti je op een prettige manier mee in een mooi verhaal over vriendschap, de natuur en de relatie tussen ouder en kind. Ik heb het boek diezelfde dag nog uitgelezen en kan niet wachten om in zijn volgende boek te beginnen.
0 Reacties
In Nu ik je zie gaat Merlijn Kamerling op zoek naar wie zijn vader precies was en wie hij zelf is. Toen ik dit boek op Instagram voorbij zag komen was ik toevallig bij mijn ouders op bezoek. Zij konden zich Antonie Kamerling nog erg goed herinneren, maar ik had zijn naam nog nooit eerder gehoord. Dat maakte het natuurlijk tien keer interessanter, want kennelijk is het bijzonder dat de schrijver deze stap zette.
Voor ik begon met lezen heb ik heel bewust niets opgezocht over Antonie Kamerling, of zijn zoon Merlijn, wie dit boek schreef. Dat gaf me een heel andere kijk op het boek, want ik kon een klein beetje meer meegaan in het ontdekken van Merlijns vader, in plaats van dat het een man was die ik via het internet al “kende”. “Want dat ik hem niets meer kan vragen, betekent niet dat er geen antwoorden zijn.” In het boek volg je Merlijn in gesprekken die hij voert met mensen die zijn vader goed kenden. Hierin wordt de lezer zodanig begeleid, dat ook duidelijk is waar Antonie bekend mee is geworden en hoe dit invloed heeft gehad op de levens van hemzelf en zijn kinderen. Dankzij deze begeleiding was het verhaal erg goed te volgen, maar voelde het niet alsof er iets aan je verteld werd. Het is echt een onderdeel van het leren kennen van Merlijns vader. Daarnaast is het ongelofelijk indrukwekkend om te zien hoe Merlijn denkt en voelt. De vragen in zijn interviews zijn zowel scherp als diep en zorgen voor goed lopende interviews die prettig lezen. In Nu ik je zie stelt Merlijn zich erg kwetsbaar op, beschrijft op een prachtige manier hoe hij zich voelt en legt daarmee een hele andere toon achter zijn woorden. Dit geeft voor mij een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant vind ik het onwijs mooi om te zien hoe de jongen op de voorkant van het boek zich ontwikkeld door het verhaal heen, maar aan de andere kant voelt het haast als een inbreuk op zijn privacy. Zelf zou ik dit boek overigens nooit gepubliceerd hebben, zo persoonlijk voelt het. “Al die jaren heb ik het gevoel dat ik iets moet, dat mijn vader niet trots op me zou zijn geweest. Maar hij was net als ik.” Het enige dat ik aan te merken heb op dit boek, is dat ik bepaalde overgangen in de tekst niet zo prettig vond lopen. De stap was af en te groot of te wisselend wat betreft onderwerp. Het stoorde echter niet zodanig dat het de leeservaring beïnvloedde. In conclusie is dit een boek dat ik een ontzettende aanrader vind omdat het je niet alleen meesleept in een intense zoektocht, maar ook omdat het laat zien hoe belangrijk het voor een persoon is om zichzelf te leren kennen. In meisje met negen pruiken neemt Sophie van der Stap je mee in een bijzonder verhaal over kanker. In dagboekvorm beschrijft ze hoe ze op jonge leeftijd de strijd tegen kanker aan moet gaan en hoe ze hier mee omgaat. Na de chemo begint haar haar uit te vallen en krijgt ze een pruik. De pruik is echter niet precies ‘Sophie’ en in geen enkele pruik voelt ze zich zo. Ze krijgt meerdere pruiken, met ieder hun eigen naam, en welke ze draagt hangt af van haar bui, of van wat ze gaat doen. De pruiken passen ieder bij een ander deel van haar persoonlijkheid en geven het verhaal – zeker omdat het echt gebeurd is – een interessante aanvulling.
“Met blonde dikke krullen tot over mijn schouders kijk ik het vreemde meisje in de spiegel aan.” Wat betreft de inhoud van het boek vind ik meisje met negen pruiken tegenvallen. Ik mis de diepte van het verhaal. Hoewel het verhaal duidelijk over haar ziekte gaat, word je niet heel erg meegenomen in het diepe van de strijd. Het voelt haast alsof het appeltje eitje is geweest. Over haar haren en een aantal andere zaken schrijft ze veel, maar aan het eind, als ze de ziekte begint te overwinnen, voelt het ineens alsof je een heel stuk gemist hebt. Ik weet niet of dat komt doordat het zo heftig is om over te schrijven, ze het er bewust uit heeft gelaten of omdat Van der Stap nog niet veel schrijfervaring had toen ze dit boek schreef. Géén idee, maar ik mis het in het verhaal. Daarnaast schrijft Van der Stap op een manier die ik niet per se prettig vind; sommige zinnen hebben ongelofelijk veel lading en zijn onwijs mooi, laten de rillingen over mijn rug lopen, en andere zinnen voelen alsof ze helemaal niet bij haar stem, of in het boek horen. In conclusie vind ik het een heel bijzonder idee dat iemand zich zo verschillend kan voelen met een andere pruik op en vind ik het heel erg mooi om gelezen te hebben hoe Van der Stap zichzelf staande heeft weten te houden, maar vind ik de uitwerking van het boek niet zo sterk. In de geprezen roman van Elif Shafak, 10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld, lees je op een hele bijzondere manier over het leven van Tequila Leila. Shafak heeft het boek op een bijzonder verassende manier ingericht: het begint met het einde van Leila’s leven. Vervolgens gaan we tien minuten en 38 seconden af, waarin Leila zich haar leven herinnerd. Op een trage, maar verslavende manier, neemt Shafak je mee door Leila’s jeugd en weet hier ook de andere personages goed vorm te geven en ieder heeft zijn eigen zijdraad in het boek. Ook introduceert ze Leila’s bijzondere vrienden, die stuk voor stuk hun eigen geschiedenis vertellen.
Wat ik denk ik zo fijn vind aan dit boek, is dat het zo duidelijk ergens om draait. De auteur heeft iets te vertellen: ze neemt ons mee in de onrechtvaardige wereld van vrouwen die onderdrukt worden door het patriarchaat. Haar schrijfstijl is uitgebreid en beeldend, geeft je het gevoel dat je met Leila meedwaalt en maakt je met elk hoofdstuk nerveuzer voor haar dood. Ik las de vertaling en er zitten enkele vertaalfouten in die me behoorlijk uit het boek trokken. Daarnaast vind ik deel twee van het boek, dat door haar vrienden verteld wordt, een ontzettende teleurstelling na het intrigerende leven van Leila. Het voelt plots als een soort zoetsappige roman, waarin ineens alles op alles gezet wordt om de rechtvaardigheid de wereld weer uit te helpen. Waar ik aan het begin van het boek zo overduidelijk naar vijf sterren leunde, besluit ik het, aan de hand van de laatste 130 pagina’s toch drie sterren te geven. Ivo van Woerden is een freelance onderzoeksjournalist. Hij werkte voor meerdere kranten en was twee jaar redacteur bij HP/De Tijd. Met zijn boek “Undercover in de ouderenzorg” lokte hij veel reacties uit en dat leidde tot televisie- en radio-optredens. In “De vreemdeling in de tuin” vertelt hij het waargebeurde verhaal van Hamza – een Marokkaanse jongen die een beter leven zoekt in Nederland.
Annelies en haar man nemen een vreemdeling die in de tuin van de buren wordt gevonden in huis met het doel hem te helpen. Hamza spreekt geen woord Nederlands, Engels of Frans en kan niet lezen of schrijven; waarom is hij naar Nederland gekomen en hoe? Ze laten hem een nacht in hun tuinhuis slapen, terwijl ze contact opnemen met de politie om te kijken hoe ze hem kunnen helpen. Hij heeft een brief bij zich, waarin staat dat hij binnen 28 dagen de Europese Unie moet verlaten, maar Annelies heeft niet het idee dat hij zich dat echt realiseert. Ze besluiten deze vreemde jongen, die zo plots in hun leven gekomen is, te helpen terug te keren naar huis. Dat houdt in dat ze een manier moeten zoeken om contact met hem te leggen, te zorgen dat ze er achter komen waar hij precies vandaan komt. In een bijzonder mooi geschreven boek, wisselend tussen het perspectief van Hamza en Annelies, volg je een indrukwekkend verhaal over vriendschap, moed en doorzettingsvermogen. Annelies en haar gezin – haar man en haar drie volwassen kinderen – zetten hun leven op de kop om deze vreemdeling te helpen en raken verzeild in het verwarrende Nederlandse systeem dat migranten veelal verward en hen verder in de knoop brengt. Hamza leert dit Nederlandse gezin hoe bevoorrecht ze zijn, maar ook om geduld met hem te hebben. Ruzies die ontstaan door misopvattingen maakten dan ook indruk tijdens het lezen; een sinterklaasgedicht waarin Hamza zich aangevallen voelde omdat hij dacht dat “hij” op hemzelf sloeg, terwijl het gedicht aan iemand anders gericht was. “Hamza maakt voor het eerst in zijn leven een sneeuwpop: er staat een ongedocumenteerde vreemdeling in de tuin, deze mag blijven tot de zon gaat schijnen.” Ivo van Woerden zet met behulp van Annelies’ dagboeken en gespreken met het gezin en omstanders een volledig verhaal, vol mooie, maar ook moeilijke momenten neer. Tijdens het lezen krijg je als lezer respect voor Annelies en haar gezin en voel je met hen mee tijdens de moeilijke momenten van miscommunicatie, het verschil tussen culturen en de heftige omstandigheden van een migrant. Ivo van Woerden heeft een fijne schrijfstijl, geeft zowel Annelies als Hamza heel goed weer en gaat lastige onderwerpen niet uit de weg. Sommige stukken zou hij echter iets minder letterlijk kunnen uitleggen. De eerste paar keren dat hij Marloes’ gedachten over iets simpels dat voor Hamza heel moeilijk is beschrijft, is dat nog wel interessant. Wie denkt er immers ooit nog na over hoe onbegrijpelijk sommige woorden zijn, hoe ingewikkeld tijdsaanduiding is of de manier waarop we ons eten in de supermarkt kopen is? Na een tijdje wordt het echter wat irritant, omdat je als lezer al zo goed in het verhaal wordt meegezogen dat je je die dingen heus wel realiseert. Desalniettemin is dit een prachtig, meeslepend boek dat je zeker moet lezen. Jennefer Mellink debuteerde in 2014 met het boek “Gebroken” en werd hiermee genomineerd voor de beste young adult thriller 2014. Vervolgens verscheen “Kwaad bloed” in 2015, “Gevarenzone” in 2016, “vermoorde onschuld” in 2018 en “Opgepast!” in 2020.
“Opgepast!” gaat over Benthe, een vrolijk meisje dat van winkelen en stappen met haar vriendinnen houdt. Ze werkt elke zaterdag in een snackbar en past daarnaast regelmatig op kinderen om wat geld te verdienen. Naast de kosten van haar paardrijles en het stappen en shoppen, wil ze namelijk erg graag een scooter kopen. Tijdens een avondje uit leert ze een knappe jongen kennen en geeft hem haar nummer. Ze komt er echter al snel achter dat hij niet zo leuk is als zij dacht; hij vertoont stalkerig gedrag. Ook Benthe’s ex-vriendje Olaf laat haar niet met rust en zoekt haar wekelijks tijdens haar werk in de snackbar op. Daarnaast heeft ze daar ook te maken met een dronkenlap die onrust veroorzaakt. Op een avond loopt Benthe alleen naar huis via het bos en voelt zich onveilig. Ze belt haar broer en beste vriendin, maar zij nemen hun telefoon niet op. Dan voelt ze opeens een ijskoude hand op haar mond… Mellink schrijft vanuit Benthe en vanuit de stalker en zorgt er daarmee voor dat de lezer mee op zoek gaat naar de dader. Voor de lezer zijn er meerdere verdachten, omdat Mellink in het boek van slechts 90 pagina’s meerdere bij-personages introduceert. Dit geeft af en toe het gevoel dat het verhaal beter bij een dikker boek met een diepere uitwerking zou passen. Mellink werkt met korte zinnen, die spannende scènes spannend maken, maar mij als lezer vaak ook irriteren. Daarnaast was het af en toe een beetje ongeloofwaardig; Benthe die met één zaterdag per week en af en toe wat oppassen genoeg verdiend voor paardrijles, het kopen van kleren (wat in het boek meerdere keren voorkomt) en het stappen. Ook was ze een behoorlijk slechte en onrealistische oppas; de kinderen mopperen en maken continue ruzie wat door Benthe wordt opgelost met chips en televisie (om twee uur ’s middags). Juist in een dun boek irriteer je je gemakkelijk aan scènes/gebeurtenissen waar veel aandacht aan besteedt wordt, maar die niet kloppen of geen toegevoegde waarde hebben. Al met al is dit boek inderdaad spannend op een paar korte(!) momenten, maar wordt er veel te veel aandacht besteedt aan bij-personages en onnodige extra scènes. Nadine Swagerman won met haar debuutroman “Eén waarheid” (2018) de Jonge Jury Debuutprijs 2019. In maart 2020 verscheen haar tweede YA-thriller “Maar ik ben jou niet”.
In “Maar ik ben jou niet” volgt de lezer de jonge Jamie die sinds kort bij de familie Mulder woont. Ze is uit huis geplaatst omdat haar moeder niet meer voor haar kan zorgen. Hoe het precies zo ver gekomen is, lees je in korte flashbacks die op een prettige wijze door het verhaal heen gewoven zijn. Jamie kan het goed vinden met Mira, de dochter van Karin en Derek, bij wie ze in huis geplaatst is en vindt enige steun bij haar. Ze probeert haar verleden los te laten maar blijft terug denken aan die vreselijke gebeurtenis. Daarnaast hoort ze ’s nachts vreemde geluiden en ziet ze iemand rond het huis dwalen… Is ze wel veilig? “Maar ik ben jou niet” wordt omschreven als een beklemmende novelle, maar dat past niet helemaal bij het boek. Het verhaal is in het begin niet te voorspellen en wordt heel erg goed opgebouwd, maar spannend is het niet echt. Je leeft met Jamie mee en begrijpt niet precies wat er allemaal gebeurd, maar zit niet aan de pagina’s vastgekleefd. Het verhaal is mooi opgebouwd en Swagerman heeft een hele prettige schrijfstijl, waardoor je deze novelle gemakkelijk wegleest. Toxine is de debuutroman van Rani de Vadder. Ze schrijft al meer dan tien jaar en hoopt dat ze met Toxine het begin van een serieuze schrijverscarrière kan beginnen. Ook schreef zij een kort verhaal voor de verhalenbundel “Thuisloos”.
In Toxine volgt de lezer het achttienjarige offer Khala en leeft met het meisje mee tijdens het spannende avontuur dat ze ongewild ondergaat. Ze vindt bondgenoten, vecht tegen vreemde wezens, leert omgaan met haar dodelijke talent en zet alles op alles om de opperheer te ontvluchten. Ze wordt sterker, moediger en besluit om niet langer te vluchten. Samen met haar bondgenoten bereidt ze zich voor op de strijd met de opperheer. Maar zal dat genoeg zijn en kan Khala hen wel vertrouwen? 'Hij beschreef mijn gevoelens alsof hij zelf een Offer was. Zo pijnlijk en rauw, alsof hij net een moment in míjn lichaam en míjn geest had doorgebracht.' Een ongelofelijk spannend boek dat je sneller zal lezen dan je lief is. De Vadder heeft tijd gestoken in haar personages en je ziet als lezer hoe Khala groeit en leeft met het meisje en haar gevoelens mee. Het boek zit prachtig in elkaar; van een uitdagende kaft tot mooi verzorgde pagina’s. Het verhaal volgt Khala echter volledig en biedt weinig inzicht in de rest van de wereld. Ook is het jammer dat de pagina’s vooral van dialogen op actie overgaan en je als lezer geen “rustig” moment vindt om je door de wereld mee te laten slepen. Dat is echter wel waarom het zo snel wegleest en heel spannend is, dus al met al een heel mooi verhaal en overtuigend debuut. Annie Barrows studeerde geschiedenis maar werd editor bij Chronicle books. Later studeerde ze creative writing en werd bekend met haar kinderboeken. Daarnaast schreef ze non-fictie en een van haar werken is The Guernsey literary potato peel pie society. Dit boek schreef ze als co-auteur met haar tante Mary Ann Shaffer. Shaffer was editor, bibliothecaresse en werkte in een boekenwinkel, maar haar grootste droom was om een boek uit te geven. Ze werd verliefd op Guernsey – waar dit boek zich afspeelt – toen haar vliegtuig daar 72 uur vertraging had en dat was het begin van deze bijzondere briefroman.
In 1946, na de oorlog, kampt schrijfster Juliet Ashton met een writer’s block. Ze krijgt een brief van Dawsey Adams, inwoner van Guernsey – een van de kanaaleilanden voor de kust van Noord-Frankrijk – en begint een brievenwisseling met hem. In de brieven vertelt hij haar over het eiland, over zijn boekenclub en hun liefde voor boeken – ontstaan tijdens de Duitse bezetting. Juliet is in de ban van dit bijzondere eiland en maakt een trip om de vreemdeling en zijn boekenclub, met wie ze brieven uitwisselt, te ontmoeten. “That’s what I love about reading: one tiny thing will interest you in a book, and that tiny thing will lead you to another book and another bit there will lead you onto a third book. It’s geometrically progressive – all with no end in sight, and for no other reason than sheer enjoyment.” The Guersney literary potato peel pie society is een heerlijke feelgood roman. Het boek is opgebouwd uit brieven, wat er voor zorgt dat de lezer een heel bijzonder beeld van de band van Juliet en Dawsey krijgt. Het boek neemt de lezer mee in de gruwelijke oorlogsjaren op Guernsey en in Londen, laat zien hoe mensen weer overeind krabbelen na de bezetting en leest ongelofelijk snel weg. In de roman is het niet te merken dat er van schrijfster gewisseld wordt en de liefde voor het kleine eilandje straalt van de pagina’s. Sally Rooney is in één klap bekend geworden met haar debuutroman “gesprekken met vrienden” en won als jongste schrijfster ooit de Costa Novel Award met Normale mensen. Al snel kreeg ze de titel: nieuwe literaire superster.
De eerste zin “Marianne doet open als Connell aanbelt” zegt al veel over het boek; Connell en Marianne hebben iets samen, cirkelen het hele boek lang om elkaar heen en leren elkaar stapsgewijs beter kennen. Het verhaal gaat over hun liefde en vriendschap, wordt voor de lezer afgespeeld en neemt je mee naar de ontknoping. Samen en alleen maken ze veel mee in een paar jaar tijd; ze ervaren liefde, eenzaamheid, vriendschap, trauma’s en ze zoeken hun weg in het leven en hun weg naar elkaar. Want ze kunnen niet met, maar ook niet zonder elkaar leven. Rooney zegt dat ze wil dat haar pagina’s “schoon” zijn. Ze gebruikt geen aanhalingstekens om dialogen te begeleiden en dat maakt het moeilijk om de eerste paar hoofdstukken door te komen. Voor veel lezers is het heel erg wennen en moet je Connell en Marianne leren kennen om door te hebben wie wanneer spreekt. Daarbij vraag je je aan het aan het einde van het verhaal af waar het boek precies naar toe werkte, wat de les van dit boek is, en misschien komt dat wel doordat Rooney alles voor je schrijft. In veel stukken tekst of dialogen kan de lezer zelf niet ontdekken en ervaren waar de personages heen willen maar wordt het door de schrijfster uitgewerkt. Dat geeft af en toe het gevoel dat je als lezer overbodig bent. Desondanks leest het verhaal ongelofelijk snel weg. Je leeft mee met Connell en Marianne, wordt meegetrokken in hun liefdesverhaal en wenst hen elkaar toe. Het boek raakt je en is niet weg te leggen. Genki Kawamura is niet alleen auteur, maar ook producent, regisseur en scenarioschrijver. “Se i gatti scomparissero dal mondo” vertaald als: “Als katten van de wereld verdwijnen” is zijn debuutroman.
Een verkoudheid die steeds erger wordt, koorts en pijn in zijn rechterslaap. Na twee weken gaat de verteller naar de dokter, waar geconstateerd wordt dat hij een hersentumor heeft. Hij heeft nog enkele dagen te leven en wil deze zo goed mogelijk besteden. De verteller wordt bezocht door de duivel en maakt een deal: in ruil voor het laten verdwijnen van één ding uit de wereld, kan hij steeds een extra dag te leven krijgen. Eerst zijn de keuzes gemakkelijk, maar hoe bepaal je wat het leven de moeite waard maakt? Hoe kun je iets wat je eigenlijk niet nodig hebt onderscheiden van wat je dierbaar is? Genki Kawamura neemt je op een humoristische manier mee in een verhaal met best zware thema’s. Hij laat je beseffen dat veel dingen die belangrijk lijken eigenlijk niet zo veel waarde hebben. De dingen die we als vanzelfsprekend zien, zijn vaak veel waardevoller. Een mooi verhaal dat ons meegeeft van het leven te genieten. Elli H. Radinger gaf haar leven als advocaat op om zich volledig op haar passie en liefde voor wolven te kunnen storten. Na jarenlange observatie van en communicatie met wolven weet Radinger gigantisch veel over de wolf en brengt dit in haar boek “de wijsheid van wolven” op een heldere, boeiende manier over op de lezer. Radinger neemt de lezer mee in haar jarenlange onderzoek over de wolf. Ze laat zien hoe wolven in het wild leven en gedragen door te schrijven over haar ervaringen tijdens het onderzoek naar de wolf. De lezer maakt kennis met verschillende wolvenroedels en enkele bijzondere wolven zoals de She wolf: “She-Wolf koos tijdens de jacht altijd de gevaarlijkste positie. Haar jachttechniek was meesterlijk. Ze liep dicht naast haar prooi, sprong hoog op, draaide tegelijkertijd haar kop opzij en beet zich vast in de keel van het hert. Dit lukte haar zelfs meerdere keren zwemmend in een snelstromende rivier.” De wijsheid van wolven snijdt in elk hoofdstuk een nieuw raakvlak tussen mens en wolf aan en brengt de levenslessen van wolven over op de lezer. Wolven zijn liefdevol, sociaal en respectvol. Ze vechten voor hun familie, respecteren de natuur en elkaar en zijn als wolvenroedel veel verder gevorderd dan de menselijke samenleving. Als de mens de eigenschappen en levenslessen van de wolf zou toepassen op zichzelf zou dat ons veel gelukkiger maken. De wijsheid van wolven is een managementboek, een opvoedboek en een roman ineen en weet naast het brengen van informatie ook een heel bijzonder gevoel bij de lezer op te wekken. Elli H. Radinger zet als zeer toegewijd onderzoekster een ontroerend boek over deze fascinerende dieren neer. Frederik van Eeden is een van de meest veelzijdige schrijvers uit de Nederlandse literatuur. Hij werd geboren in 1860 en is opgeleid tot huisarts en vervolgens psychiater. Hij liep op vele vlakken voor op zijn tijd en durfde zijn mening, hoewel deze werd afgekeurd, te uiten. In 1900 werd zijn psychologische roman “van de koele meren des doods” gedrukt en staat inmiddels hoog in de lijst van Nederlandse klassiekers. Van Eeden zet de helende waarde van religie en psychotherapie tegenover de fatalistische opvattingen van de naturalistische auteurs uit die tijd.
Hedwig Marga de Fontayne, een dochter van welgestelde ouders, is heel gevoelig voor stemmingswisselingen en indrukken. Ze heeft een verlangen naar iets onbereikbaars en probeert dicht bij de natuur te komen. Nadat haar moeder sterft, raakt Hedwig geobsedeerd met alles wat met de dood en sterven te maken heeft. Anderen vinden haar ziekelijk en ze voelt zich hierdoor eenzaam en onbegrepen. Van de koele meren des doods is een roman over de zoektocht naar troost en rust die Hedwig denkt te kunnen vinden in de dood. Van Eeden weet de lezer mee te nemen in de depressies, wroeging, somberheid en ten slotte genezing. “Maar doodgaan scheen haar altijd nog veel beter, nog veel begeerlijker. Dat zou rust zijn, als die beloofd wordt aan de getrouwen in de psalm, dat zou zijn zachtjens gevoerd worden langs stille wateren, langs grote, koele meren, dat zou troosten zijn, zoals een moeder troost." Van Eeden schrijft pijnlijk intens en meeslepend. Door zijn uitgebreide kennis over filosofie, psychologie en sociologie weet hij een hele realistische wereld te schetsen. Hedwig is levensecht en zelfs voor de lezer vaak onbegrijpelijk. Het gehele boek draait om haar personage, haar karakter en de lange zoektocht naar rust en vrede. Met recht een tijdloze klassieker. Nora Roberts is een van de bekendste romanschrijfsters in Amerika. Meer dan tweehonderd titels, vertaald in meer dan dertig talen sieren haar naam. In haar romans staat de liefde vaak centraal maar weet Roberts elke keer een andere schrijfstijl en setting te gebruiken. Roberts is opgegroeid met vier oudere broers en kreeg later zelf twee jongens. Doordat ze haar hele leven door mannen omringt is, weet ze niet alleen haar vrouwelijke, maar ook haar mannelijke personages levensecht te maken.
Net zoals in veel van haar romans, leeft hoofdpersonage Rowan Tripp in een mannenwereld. Rowan is de dochter van een beroemd brandblusser en net zoals haar vader erg goed in het werk. De Zulies, ook wel rookspringers genoemd, riskeren de hele zomer lang dagelijks hun leven in de strijd tegen hevige bosbranden. De ploeg is een soort hechte familie en dat voel je door het boek heen heel goed. Naast de slopende gevechten tegen het vuur, heeft Rowan met iets heel anders te kampen: ze wordt beschuldigd van betrokkenheid aan de tragische gebeurtenis van het jaar daarvoor. Sabotage, bedreigingen en een nare sfeer bedrukken de zomer terwijl de hitte van het vuur steeds dichterbij komt. Roberts is ontzettend goed in het creëren van realistische personages in een elke keer weer interessant verhaal. De spanning en romantiek gecombineerd met haar vlotte schrijfstijl zorgen er voor dat je razendsnel door het boek heen gaat. De werken van Elsschot worden bekroond als droog en met een scherpe, vaak cynische humor maar dat is in Kaas niet terug te vinden.
Kaas vertelt het verhaal van Frans Laarmans, het centrale figuur in veel van Elsschots romans. Hij treedt ook op in Lijmen, Tsjip, Pensioen, het been, De leeuwentemmer en Het dwaallicht. Elsschot erkent het personage als zijn alter ego dat het innerlijk conflict tussen ambitie, veiligheid en de drang naar avontuur zou moeten weergeven. In iedere roman vlucht Laarmans ten slotte terug naar de huiselijke veiligheid en stabiliteit. In Kaas is Laarmans een doodgewone huisvader die zijn simpele kantoorbaan inruilt voor de handel van Edammer kaas. Laarmans heeft geen enkele ervaring met of talent in dit vakgebied en zijn avontuur mislukt dan ook volledig. Net zoals in zijn andere boeken, zijn het zaken- en gezinsleven terugkerende centrale thema’s. In deze roman is Laarmans al dertig jaar in dienst bij de General Marine en heeft hij wederom een laag zelfbeeld. De thuissituatie is simpel en zijn vrouw steunt hem volledig. Zijn kinderen zijn gehoorzaam en spelen nauwelijks een rol in het verhaal. De routine van het gezinsleven verveelt hem, dus als Van Schoonbeke, een vriend en klant van Laarmans’ broer, hem wat meer aanzien probeert te geven, hapt hij enthousiast toe. Vervolgens vervult Laarmans de positie als kaashandelaar voor een korte periode. Zijn vrouw begrijpt dingen vaak beter dan hij en geeft hem veel advies maar Laarmans blijft ondermijnend en seksistisch naar haar toe. Ondanks haar hulp, faalt Laarmans volledig in zijn taak kazen te verhandelen. Het verhaal speelt zich af in de jaren dertig en wordt als brief geschreven; niet onprettig, maar wellicht had een andere tekstvorm beter gepast. De verhaallijn van het boek is eenvoudig, wat kenmerkend is voor Elsschots werk. In de inleiding van Kaas schrijft hij: “De lezer moet geleidelijk een gevoel van onrust over zich voelen komen, zodat hij zijn kraag opzet en aan een paraplu denkt terwijl de zon nog in haar volle glorie staat. Wie het slot niet uit het oog verliest zal vanzelf alle langdradigheid vermijden omdat hij zich telkens afvragen zal of ieder van zijn details wel bijdraagt tot het bereiken van zijn doel.” Hoewel hij de eenvoudige opzet van zijn verhaal wil benadrukken en loven, doet het het boek geen goed. Details rondom de personages en omgeving zouden het verhaal aanzienlijk interessanter maken. Ook stelt Elsschot dat de lezer geleidelijk een gevoel van onrust over zich moet voelen komen maar daar is in Kaas niets van terug te vinden. Het gehele verhaal is voorspelbaar, kort en rondom dezelfde terugkerende thema’s (huiselijke veiligheid en stabiliteit) gebouwd. Haruki Murakami schrijft over de Japanse samenleving en betrekt hierin vaak het ouderschap, genderrollen en seks. Veel van haar observaties komen voort uit haar baan als supermarktmedewerker. Ze schrijft op diverse manieren, verschillend tussen eenvoudig en complex maar altijd diepgaand. Buurtsupermens verrast je in een luttele honderdvijftig pagina’s met een goed in elkaar gestoken verhaal. De opbouw van het boek is wat typisch en leest door het gebrek aan hoofdstukken of delen helaas niet altijd even prettig.
Het zesendertig jaar oude hoofdpersonage Keiko Furukura is behoorlijk in de war. Ze reageert heftig op andere mensen en pakt situaties fout aan. In een intense scene ontstaat er ruzie tussen twee jongens en als klasgenoten in paniek raken en om hulp roepen, wil Keiko maar al te graag helpen. Ze neemt een schop en slaat een van de vechtende jongens op zijn hoofd. Tegen de onthutste leerkracht verklaart ze later: “Ze zeiden: zorg dat ze ophouden, en dit leek me de snelste manier om ze te laten ophouden." In talloze van dit soort voorvallen merkt ze dat ze leraren en ouders flink in de war brengt en teleurstelt. Ze begrijpt niet waarom haar schokkende reacties op situaties slecht zijn maar wil niets liever dan normaal zijn en erbij horen. Ze besluit zich stil te houden; als ze niets zegt kan het ook niet fout zijn. Dat blijkt haar echter ook abnormaal te maken. “En zo groeide ik op tot een volwassene met het idee: ik moet genezen.” Ten slotte heeft ze een redelijk effectieve oplossing; ze observeert en kopieert het gedrag van andere – normale – mensen. Ondanks haar vreemde gedrag en emotieloze kijk op de wereld, functioneert ze verassend goed als flexwerker bij de buurtsupermarkt. De Japanse maatschappij zet een hoge druk achter het maken van carrière en trouwen en als kinderloze, rijpe vrouw zonder vaste baan past zij totaal niet in dat plaatje. Sayaka Murata zet een sterk, levensecht karakter neer en dat leest erg lekker. Het verhaal is erg kort is, maar dat doet de kracht van deze roman niet teniet. Buurtsupermens is een roman over de hokjesmaatschappij waar we in leven en sleept de lezer mee in Keiko’s poging om er bij te horen. Een goed, origineel verhaal dat het lezen meer dan waard is. |